"Mijn kinderen worden pas interessant als ze 18 zijn," zei mijn vader altijd aan tafel tegen vrienden. Vervolgens vertelde hij trots over het lief en leed van mijn vijf oudere halfbroers en -zussen.
Als jongste kind van zijn derde vrouw — met ruim twintig jaar verschil tussen mij en zijn oudste zoon — wist ik dat het voor mij dus nog even wachten was op zijn erkenning.
Maar die erkenning kwam nooit. Vier maanden na mijn achttiende verjaardag overleed hij totaal onverwacht, op zestigjarige leeftijd. In de auto, na het afscheid in het ziekenhuis, brak ik voor het eerst. "Hij heeft nooit van mij gehouden," riep ik tegen mijn moeder.
Fast forward, 35 jaar later.
Ik sta in een opstelling tijdens mijn driejarige opleiding Professionele Communicatie bij Phoenix in Utrecht. Het gaat over het Superego, Freuds psychoanalytische concept waarin de psyche uit drie delen bestaat:
Id – het impulsieve, instinctieve deel dat onmiddellijke bevrediging wil.
Ego – de bemiddelaar tussen het Id, het Superego en de realiteit.
Superego – ons innerlijke morele kompas, gevormd door regels, normen en idealen.
Tijdens een oefening wordt gevraagd om mijn interne kritische stem – mijn Superego – een stem buiten mijzelf te geven. Rogier, een medestudent, krijgt de opdracht om de zin te herhalen die ik mijn hele leven onbewust met me meedraag: "Jij wordt pas interessant als je 18 bent, jongen."
Hij blijft het herhalen. Zacht, hard, zingend, fluisterend, van alle kanten. Tot ik breek, hem de hoek in duw en schreeuw: “Dan had je godverdomme maar niet dood moeten gaan, klootzak!”
Even staan we elkaar verbijsterd aan te kijken. Wat ís hier zojuist gebeurd?
Pas toen realiseerde ik me hoe mijn hele leven in het teken had gestaan van het alsnog krijgen van mijn vaders goedkeuring. Onbewust, maar allesomvattend. Achteraf gezien: logisch. Maar als je er middenin zit, zie je het niet.
Wat is dan zo’n ‘groots, interessant leven’?
Mijn vader was een artiest pur sang. Hij omringde zich met intellectuelen, restaurateurs, kunstenaars, zangers, penoze, hoteliers, stuntmannen, acteurs en muzikanten. Hij vluchtte als Russisch-Joodse immigrant naar Nederland en overleefde de oorlog in Den Haag – daar sprak hij later alleen over in filmische, vaak luchtige anekdotes. Het leven moest gevierd worden. Kwetsbaarheid bestond niet. Emoties? Houd die vooral voor jezelf.
Zelfs als er een brief gepost moest worden, werd het een evenement — iedereen moest mee. Nooit middelmatig. Nooit saai.
Na zijn dood vertrok ik naar de hogere hotelschool in Zwitserland, waar ik tussen tachtig nationaliteiten het leven indook. Het werd het startschot van een leven in overdrive: groots, meeslepend, omgeven door mensen. Altijd aan. Altijd op zoek naar die externe bevestiging. Want het kon zo voorbij zijn op je zestigste, en saai? Dat mocht het nooit worden.
Gevoelens? Kwetsbaarheid? Geen idee hoe dat moest. Dus plankgas.
"Always do the Diana" – ooit een verdrietige Princess Di gezien? Precies.
32 jaar in de overdrive, van buiten naar binnen. Volop het Id: impulsief, instinctief, altijd op zoek naar onmiddellijke bevrediging.
Papa, zie je me? Zie mij hier een waanzinnig interessant leven leiden. Toeters en bellen, randjes opzoeken, soms er overheen. Alles, behalve saai. Maar wat was het verdomd vermoeiend.
Die oefening met Rogier, gecombineerd met mijn opleiding bij Phoenix, zorgde voor een keerpunt. Thuis én professioneel.
Ik heb nu compleet vrede kunnen sluiten met het feit dat mijn vader trots op me mag zijn. En veel belangrijker: dat ik mijn leven niet meer van buiten naar binnen hoef te leven, maar andersom.
Wat voel ik echt? Wat wil ík?
Diezelfde diepe fascinatie voor mensen is er nog steeds, maar nu met meer inhoud, diepgang en vertraging. De één-op-één gesprekken in mijn praktijk geven daar een nieuwe invulling aan.
Ook bij Hadimassa is de koers verlegd. Na zeventien jaar van ‘bommen en granaten’ ligt de focus nu op een intense persoonlijke en inhoudelijke betrokkenheid.
Boetiek met een grote B. Hand in hand met de opdrachtgever. Maximaal resultaat. Devil in the details. Ervaren, enthousiast en altijd met een verrassende invalshoek. Voor een memorabele beleving — tot in de kleinste vezel.
Freud zei ooit: “The ego is not master in its own house.”
Bij mij duurde het 53 jaar om te ontdekken waar mijn grootste draak lag te slapen.
En weet je? Eenmaal wakker gekust, getemd en op schoot genomen, wordt het leven er alleen maar leuker op.
❤️